Afbeelding

Voorkom onnodig procederen en weet wanneer instemming van de ondernemingsraad nodig is


Het medezeggenschapsrecht geeft werknemers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de besluitvorming van een bedrijf. Bij een bedrijf met tenminste vijftig werknemers gebeurt dit door middel van de ondernemingsraad. De werkgever behoeft in bepaalde door de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) voorgeschreven gevallen de instemming van de ondernemingsraad (artikel 27 WOR).

 

Heeft de ondernemingsraad wel instemmingsrecht?

Dit speelde in de zaak van vervoerder Keolis, die heeft geleid tot de uitspraak van de Kantonrechter Midden-Nederland, locatie Almere, van 14 augustus 2019, ECLI: NL:RBMNE:2019:3813.

In deze zaak wilde Keolis een nieuwe werktijdenregeling (een soort dienstrooster) invoeren voor haar buschauffeurs, waarin per dienst werd bepaald wat de vertrek- en aankomsttijden per bushalte zijn, de pauzes en de overige onderbrekingen. De ondernemingsraad stemde niet met de werktijdenregeling in omdat de buschauffeurs in veel ritten onvoldoende gelegenheid zouden hebben om tussendoor "sanitaire stops" te houden. Keolis heeft daarop aan de kantonrechter vervangende toestemming gevraagd om het besluit te nemen (artikel 27 lid 4 WOR).

 

Vervangende toestemming door de kantonrechter (artikel 27 lid 4 WOR)

Op grond van artikel 27 lid 4 kan de kantonrechter onder meer toestemming geven om het voorgenomen besluit te nemen wanneer de beslissing van de ondernemingsraad om geen instemming te verlenen onredelijk is. In deze zaak oordeelde de kantonrechter dat de door de ondernemingsraad gehanteerde maatstaf strijdig was met de CAO. Zo heeft de ondernemingsraad als maatstaf genomen dat ieder dienstonderdeel binnen drie uur een onderbreking van vijf opvolgende minuten dient te hebben op een goedgekeurde pauzelocatie. Deze maatstaf volgde niet direct uit de CAO. In de CAO was bepaald dat in ieder dienstonderdeel een reële mogelijkheid tot een onderbreking moest zijn en dat samen met de medezeggenschap wordt gekeken naar de (mogelijke) toiletlocaties op de route. Een concreet aantal minuten was dus niet vastgelegd. Ook was niet vastgelegd dat sprake moest zijn van een mogelijkheid tot onderbreking op een goedgekeurde pauzelocatie. De ondernemingsraad ging te ver als hij een reële mogelijkheid tot een onderbreking uitlegde als het opnemen van vijf minuten voor een "sanitaire stop" bij een goedgekeurde toiletlocatie in een dienstonderdeel dat langer duurt dan drie uur. De kantonrechter was dan ook van oordeel dat de beslissing van de ondernemingsraad om zijn instemming aan het voorgenomen besluit te onthouden onredelijk was en verleende Keolis alsnog vervangende toestemming voor het besluit.

 

Weet wanneer instemming van de ondernemingsraad nodig is

Het is van groot belang te weten wanneer een ondernemingsraad om instemming bij een besluit moet worden verzocht. Instemming is bijvoorbeeld niet nodig wanneer het onderwerp al in de CAO is geregeld (artikel 27 lid 3 WOR). Omgekeerd is het ook voor de ondernemingsraad van belang om goed te onderbouwen waarom een verzochte instemming niet wordt verleend. Zo kan een onjuiste maatstaf ertoe leiden dat wordt geoordeeld dat de ondernemingsraad helemaal niet instemmingsplichtig is.

 

Ik sta regelmatig ondernemingsraden bij. Bel of mail gerust om uw situatie voor te leggen.

Terug naar het overzicht
AD Advocaten
Roemer Visscherstraat 24
1054 EX Amsterdam

Telefoon 020 61 81 781

Fax 020 68 33 042

Direct contact »
Stel een vraag »