Afbeelding

Voorzichtigheid geboden bij vaststellingsovereenkomst na grensoverschrijdend gedrag


In deze zaak had de Centrale Raad van Beroep een uitspraak (ECLI:NL:CRVG:2024:166) gedaan over de weigering van het UWV om een WW-uitkering uit te keren aan een werknemer die verwijtbaar werkloos was geworden vanwege grensoverschrijdend gedrag.  

De werknemer was sinds 2010 werkzaam bij de werkgever. In 2020 werd de werknemer geschorst met behoud van loon na klachten van vrouwelijke collega’s over zijn gedrag. Na een intern onderzoek waarbij de werknemer is gehoord, ontsloeg de werkgever hem op staande voet. De werknemer startte een procedure, maar sloot na overleg met de werkgever een vaststellingsovereenkomst waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden werd beëindigd met als reden een verschil van inzicht over de wijze waarop de werkzaamheden dienden te worden ingevuld.

 

Het UWV weigerde de WW-uitkering aan de werknemer te betalen omdat de werknemer verwijtbaar werkloos was geworden. De Rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had geweigerd de WW-uitkering uit te betalen. Het standpunt van de werknemer dat geen sprake was van een dringende reden omdat het ontslag op staande voet was ingetrokken en de arbeidsovereenkomst in plaats daarvan door een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden was beëindigd werd niet gevolgd. Het tekenen van deze vaststellingsovereenkomst was volgens de rechtbank niet te rijmen met de betwisting van de feiten. Zo kon de werknemer niet verklaren waarom hij akkoord was gegaan met de vaststellingsovereenkomst en de hierin opgenomen nadelige bepalingen zoals beëindiging van de arbeidsovereenkomst met ingang van de datum van het ontslag op staande voet, het geen contact opnemen met vrouwelijke collega’s op straffe van een dwangsom, het afzien van een transitievergoeding en de bepaling dat appellant in de toekomst niet meer binnen de organisatie van de werkgever tewerkgesteld kon worden in welke verhouding dan ook. De weigering om de WW-uitkering uit te betalen bleef dan ook in stand.

 

Uit deze recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijkt het belang van zorgvuldigheid bij het aangaan van een vaststellingsovereenkomst na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Zelfs wanneer een ontslag op staande voet wordt ingetrokken en vervangen door een vaststellingsovereenkomst waarin de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, kan dit leiden tot verwijtbare werkloosheid met verstrekkende gevolgen voor een eventuele WW-uitkering. Het is dan ook raadzaam om in een vroeg stadium juridisch advies in te winnen.

 

Wordt u beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer? Neemt u dan gerust vrijblijvend contact met mij op om uw mogelijkheden te bespreken. Ik kan u adviseren over de beste aanpak in uw specifieke situatie.   

Terug naar het overzicht
AD Advocaten
Roemer Visscherstraat 24
1054 EX Amsterdam

Telefoon 020 61 81 781

Fax 020 68 33 042

Direct contact »
Stel een vraag »