Afbeelding

Falend leiderschap belangrijkste oorzaak grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer


Onlangs is het rapport van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (hierna: Commissie Van Rijn) verschenen, getiteld: 'Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan.' Uit dit rapport komt naar voren dat van alle werkaspecten die van belang zijn voor het optreden of tegengaan van grensoverschrijdend gedrag, de kwaliteit van het leiderschap op de werkvloer verreweg de grootste voorspellende waarde heeft. Dat geldt zowel in negatieve zin (voor de ervaren frequentie van grensoverschrijdend gedrag), als in positieve zin (voldoende aandacht voor gedrag).

 

De aanpak van grensoverschrijdend gedrag start met de aanpak van de kwaliteit van het leiderschap

Artikel 7:611 BW bevat een algemene zorgplicht voor de werkgever. Deze algemene zorgplicht en de Arbowet richten zich op de werkgever in het kader van de werkgeversaansprakelijkheid (artikel 7:658 lid 1 BW). Het begrip werkgever moet daarbij ruim worden geïnterpreteerd. Zo is de regeling inzake werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 lid 4 BW ook van toepassing op zzp’ers die zich in een afhankelijkheidspositie bevinden en arbeid verrichten in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever. Ook kan een bedrijf zonder contractuele relatie met een medewerker worden beschouwd als werkgever als er sprake is van de uitoefening van gezag.

 

Beleid ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting

De werkgever moet zich inspannen voor een veilige werkomgeving en is verplicht om beleid te voeren dat erop is gericht om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Op grond daarvan moet beleid worden vastgesteld. Daaronder vallen een gedragscode met bepalingen over ongewenste omgangsvormen, de aanstelling van een (interne en externe) vertrouwenspersoon, de opstelling van een meld- en klachtregeling, een sanctiebeleid en het nemen van maatregelen die zijn gericht op herstel van de werkverhoudingen.

 

Constatering Commissie Van Rijn

De Commissie Van Rijn constateert dat de ervaringen van de medewerkers ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag verband houden met de opstelling van de werkgever en diens invulling van de verantwoordelijkheid voor het reduceren van psychosociale arbeidsrisico’s. Van de medewerkers die de commissie had gesproken ervaarde maar liefst 90% falend leiderschap als de belangrijkste oorzaak voor grensoverschrijdend gedrag. Zo was in casu niet alleen falend leiderschap bij de eind- en hoofdredacteuren. Ook de raden van bestuur (bij de omroepen directies genoemd) waren via medewerkerstevredenheidsonderzoeken, sociaal jaarverslagen en Risico Inventarisaties & Evaluaties weliswaar op de hoogte van de werkgerelateerde risico’s, maar deden daar onvoldoende mee. Hierdoor liepen medewerkers een verhoogd risico op psychosociale arbeidsbelasting, met onnodig veel stress, ziekte en uitval tot gevolg. Falend leiderschap verwijst tevens naar de passieve rol die de leidinggevenden volgens de medewerkers in de gesprekken innamen, met name waar het hun taken op het gebied van het personeelsbeleid en de begeleiding van de medewerkers betrof. Deze vorm van leiderschap werd vooral gezien bij de leidinggevenden in middenmanagementposities, zoals eind- en hoofdredacteuren. Maar het kwam volgens de medewerkers die de commissie sprak ook voor bij leidinggevenden of directieleden op hoger niveau binnen de omroepen en NPO. Uit de voorbeelden die de medewerkers gaven blijkt dat het ontbrekend leiderschap op hoger niveau binnen de omroepen en NPO vooral het niet serieus nemen van meldingen over grensoverschrijdend gedrag betrof. Als belangrijkste negatieve ervaringen werden genoemd een gebrek aan getoonde verantwoordelijkheid voor het welzijn van het personeel en het bieden van onvoldoende steun wanneer leidinggevenden wangedrag op de werkvloer gedoogden of goedpraatten.

 

Frans Klein en Matthijs van Nieuwkerk

Voormalig NPO-directeur Frans Klein heeft inmiddels het advocatenduo Geert-jan en Carry Knoops in de arm genomen omdat hij vindt dat de Commissie Van Rijn niet zorgvuldig te werk is gegaan. Zijn bezwaar richt zich dan met name op het niet of onvoldoende toepassen van wederhoor door de commissie. Uit het rapport blijkt inderdaad dat betrokkenen slechts een concept van het rapport mochten komen inzien op het kantoor van het Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel, waarbij van tevoren voor geheimhouding moest worden getekend. Het is de vraag of dit in het kader van het bieden van wederhoor voldoende is. Wordt wederhoor niet of onvoldoende toegepast, dan is per definitie sprake van een ongelijkwaardige situatie. Dit temeer nu het rapport de individuele klachten niet op waarheid heeft onderzocht, maar het onderzoek zich meer in algemene zin richt op ervaringen van betrokkenen en het vaststellen van patronen op de werkvloer.

Ondanks dat ster-presentator Matthijs van Nieuwkerk een aantal belangrijke beschuldigingen ontkent, wordt zijn samenwerking met RTL voorlopig uitgesteld. Dit, terwijl de Commissie Van Rijn anderzijds juist heeft geconstateerd dat boegbeelden zoals Matthijs van Nieuwkerk moeten worden beschermd tegen een cancelcultuur door hen te begeleiden, zelfs wanneer ze dat niet wensen, en dit in hun contracten op te nemen.

 

Conclusie

Het rapport van de Commissie Van Rijn toont aan hoe gevoelig het onderwerp van grensoverschrijdend vandaag de dag terecht is. Grensoverschrijdend gedrag kan worden voorkomen door het voeren van een goed beleid binnen de organisatie. De zorgplicht van de werkgever strekt zich niet alleen uit ter bescherming van het slachtoffer, maar ook ter bescherming van de (vermeende) dader. Daarbij geldt dat aan de vermeende dader voldoende mogelijkheid moet worden geboden tot wederhoor, waarbij het belang van de waarheidsvinding zelfs kan prevaleren boven het belang van vertrouwelijkheid.

Wordt u beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag en wilt u weten wat uw rechten zijn, neemt u dan gerust vrijblijvend contact met ons op om uw specifieke situatie aan ons voor te leggen.  

 

Terug naar het overzicht
AD Advocaten
Roemer Visscherstraat 24
1054 EX Amsterdam

Telefoon 020 61 81 781

Fax 020 68 33 042

Direct contact »
Stel een vraag »